
Niet weten - familieopstellingen
20 jaar ervaring in zazen en half zoveel in improvisatiedans.
20 jaar beoefening in niet-weten.
En toch sta ik daar weer, met die angst.
Een opstelling.
Voor mij zit die hoogbegaafde cliënt die reeds de besten in ons werk bezocht heeft, en die alle inzicht voor me neerlegt. Sneller dan dat ik het kan vatten. Mijn hoofd schiet alle kanten op, zoekend naar herinneringen aan kennis.
I have no clue.
“Ik weet het niet.” Ik zie het niet.
Mijn handen worden klam.
Zij, het veld, en ik.
Ik weet dat de enige beweging hier 'bevrijden' is. Bevrijden van verlangen. Verlangen om te weten, te kunnen.
Ik open. Daar komt een fluistering. Een herinnering aan wat zich vertrouwen laat noemen.
Ik duik erin, als enige keuze. Verblijvend in een zee van niet-weten, misschien ergens in de verte toch een paar reddingsboeien.
Mijn oren worden rijper. Mijn ogen zachter. Ik luister met aandacht naar haar verhaal.
Enkele zinnen komen bovendrijven. Ergens in mijn lichaam komt een signaal.
Ik stel het bovendrijvende op. En haar wat verderop. Zij en dat ene begrip.
We nemen de plek in van deze representanten. We voelen onze lichamen. In niet-weten.
Het veld ontplooit zich. Het veld is stil, stil van niet-weten.
Des te meer kan het luisteren, naar wat hier belangrijk is. Naar wat hier nooit eerder erkend is.
Het veld is intens, van een groeiend woordenloos weten. Zo mag het tot beweging komen, mag iedereen zijn plek krijgen en mag liefde stromen.
En misschien is dat precies mijn beoefening: de dappere moed om te blijven. In de duisternis van het niet-weten.
Misschien is daar poort naar het volle woordenloze begrijpen, precies daar, op die liminale plek van het donkere, stille niet weten.
Daar waar de liefde haar eerste vonk kent voordat ze voluit gaat stromen.